L’imagination au pouvoir.



Een paar weken later…

Een paar weken later en een volgend berichtje van mij… Vanmiddag hebben we een social gathering met het team – we gaan barbecuen (braai). Daarvoor zijn we de vorige dagen elke dag naar winkels getrokken, om schattingen te maken van de totale kostprijs, om de goedkoopste vleeswaren te vinden, en vooral, om frisdrank te vinden. Coca cola (het enige label dat hier verkoopt) heeft zich teruggetrokken uit Zimbabwe – alle productie is stopgezet tot eind maart. Dit vooral om de vraag te verhogen en de prijs op te kunnen drijven. Goed, uiteindelijk hadden we het geluk een winkeltje tegen te komen met Sprite en Fanta. Ambrose weigerde immers om te barbecuen zonder frisdrank. Hij was dus nogal volhardend in het zoeken.

Misschien is de tijd ook gekomen om het ZimPATH-team officieel voor te stellen. Het team zelf bestaat uit 5 mensen: Elizabeth, de teamcoördinatrice en onze Zimbabwaanse “mama”. Heeft altijd ongelofelijk veel werk – eigenlijk te veel – en valt daardoor tijdens workshops wel eens in slaap. Ze heeft 10 jaar in de UK gestudeerd, en daarna nog eens 6 jaar in Australië. Daardoor heeft ze verschillende diploma’s: psychiatrie, psychologie, leerkracht wiskunde, …
Ze is ook ongelofelijk gek op chocolade en heeft dan ook het allermeest genoten van haar stukje chocolade. (Van de chocoladereep van Karoliens pakketje hebben ongeveer 12 mensen ongelofelijk genoten – dat vind je hier inderdaad absoluut niet – wat ze hier chocolade noemen is zo ‘t equivalent van de Belgische koetjesrepen – en die zijn de naam chocolade absoluut niet waard). Dan is er Robert, een heel smal meneertje met een indrukwekkende echtgenote – waarbij hij een beetje onder de sloef ligt-, papa van een dochtertje, geloof ik. Die maakt altijd de verslagen voor VVOB, een tijdrovend karweitje waar niemand bij wilt helpen… Verder is er Auntie Flo (Florence). Een hele lieve dame, met uitgesproken sterke meningen, vooral over gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Ze heeft me al een aantal keer aangeraden om nooit met een Zimbabwaanse man te trouwen, want die zijn allemaal verschrikkelijk macho. Een typevoorbeeld daarvan is Ambrose, mijn mentor. De jongste van het team (28), heel sympathiek, maar ongelofelijk macho. Hij praat ook heel snel – soms moeilijk te volgen. Het laatste teamlid is Kenneth. Die is al wat ouder – en ’t is minder gemakkelijk om van hem hoogte te krijgen. Hij kan heel vriendelijk zijn, maar ook heel stug. Verder praat hij vaak Shona tegen ons, om dan in schaterlachen uit te barsten als we dat totaal niet begrijpen… De VVOB-cooperant van het team is Michel, een al wat oudere Belg (ik denk begin 60), die 7 jaar geleden naar Zimbabwe is gekomen om daar in een college ICT te doceren, en nooit meer is weggegaan. Hij is getrouwd met Mia, die jaren in Zambia heeft gewoond, dan in België Michel heeft leren kennen en met hem naar Zimbabwe is getrokken. Buiten de vaste teamleden werken er ook een aantal studenten: Mquaphelisi, een toerisme-student, die de Auntie Stella workshop samen met Elizabeth heeft uitgewerkt. Hij klaagt er nogal eens over (terecht) dat de meeste vaste teamleden vooral thee drinken en babbelen, en dat de studenten (hij, Reintje en ik) dan zitten te werken. Hij woont samen met Ambrose – en ik denk dat hij nog wel vast teamlid zal worden. Tinashi, die voor ICT-leerkracht studeert – zo’n beetje de grapjas van het team. De eerste twee weken ook Advocate, die sociaal werk studeert, maar zijn stage zit er nu op.

Ik heb niet veel workshops meer gedaan – voor veel colleges beginnen de examens nu bijna, of studenten vertrekken op teacher practice. Het onderwijssysteem is hier 2-5-2. Dat betekent dat studenten 2 semesters op school zijn, dan 5 semesters op teacher practice vertrekken en daarna nog 2 semesters op school doorbrengen. Dat maakt het heel moeilijk om echt iets op gang te brengen bij de peer educators group, omdat twee semesters tijd niet veel is, er moeilijk continuïteit in het programma komt op die manier, en peer educators clubs leden kunnen hebben die elkaar nooit gezien hebben. De workshops die ik mee begeleid heb, waren twee Auntie Stella workshops, een in Gweru en een in Bulawayo, samen met Mquaphelisi en Ambrose. Gweru (Mkoba college) was heel erg formeel. Er waren verschillende mensen die een officiële openingsspeech moesten geven, er was een entertainmentgroepje dat met liedjes en dans kwam entertainen (4 jongemannen die wel zeer goed waren in wat ze deden), er waren studenten verantwoordelijk voor elk deel van de sessie, er waren studenten aangeduid die notities moesten nemen,… Wij moesten zelfs een officiële ijsbreker doen… Uiteindelijk was ’t wel een zeer gemotiveerde, geïnteresseerde groep. Een deel van de studenten was zelfs bezig met teacher practice, en speciaal teruggekomen, wat dan weer wel bevorderlijk is voor de continuïteit van het programma. Op
Bulawayo – UTC- was helemaal anders. Het regende ongelofelijk die ochtend, wat de sfeer al meteen mee bepaalde. De studenten waren helemaal niet op de hoogte van een workshop, en het duurde dus eventjes voor ze een beetje ontdooiden. Uiteindelijk ook hier veel motivatie en initiatief, maar ’t duurde gewoon een stuk langer. Bulawayo – de hoofdstad van de Ndebele- was een leuke stad, hele brede lanen, heel rustig (nog minder auto’s dan in Harare).

De volgende twee dagen gaf Mquapsi nog twee Auntie Stella’s in de buurt, dit keer met Robert en Reintje. Het hele team moest Auntie Stella leren kennen – terwijl ik dit typ is Mquapsi met Florence en Kenneth op stap. Ambrose en ik namen de bus van Bulawayo naar Harare (= ongeveer 700,00 km). We hadden het ’s ochtends nogal rustig aan gedaan, zodat we pas rond 9u aan de bushalte stonden… Aangezien het niet de eerste bushalte in Bulawayo was – en aangezien Ambrose en ik het er nogal over eens waren dat we liever zaten dan rechtstonden op de bus – en aangezien we het openbare vervoer verkozen boven de commuters- , bleek dat een beetje te laat. Uiteindelijk zijn we naar de centrale bushalte gegaan (de Rooseveltplaats van Bulawayo), waar we om 12u een bus hadden. Mensen leurden daar echt met alles (horloges, veters, zeep, handdoeken, chips, brood, drinken, …) – en ze maakten zo’n sisgeluidje om aandacht te trekken. Op de bus was ik de enige blanke, dus bij elke halte stond er een meute verkopers op m’n raam te kloppen. De bus was iets smaller dan de Belgische bussen – maar in plaats van twee keer twee zitjes naast elkaar, waren het twee en drie zitjes, iets minder ruimte dus. De mannen op onze bus waren na de eerste halte al dronken (en daar sloegen ze dan nog eens een voorraad bier in) – en nadat ze een tijdje de bus aanmoedigden om sneller te gaan (nadat we werden voorbijgestoken door een andere bus – ik voelde me echt midden in een voetbalmatch), hadden ze het de hele verdere rit (ongeveer 5 uur lang) over “welke vrouwen zijn het best, die van Botswana of die van Zimbabwe”… uiteindelijk hadden ze daar dan zelfs een liedje over…
In Harare begon het te regenen (en bleken onze plekjes niet geheel waterdicht) – en moesten we overstappen op een commuter om naar Mabelreign te gaan. Nu blijk dat, wanneer het regent, Zimbabwanen iets minder vriendelijke mensen worden. Voor iedereen was uitgestapt, stond er al een hele meute te dringen om binnen te kunnen, mensen stampten, duwden, trokken, … om binnen te kunnen. Het verschil met Belgie en zijn metro’s was, dat eens in de bus, iedereen weer heel vriendelijk was, en mensen bezorgd aan elkaar vroegen of ze elkaar toch zeker geen pijn hadden gedaan…

Die week heb ik nog een workshop rond kleurentherapie bijgewoond (schilderen alsof je drie jaar oud bent) met Elizabeth, Davison en Ambrose, om die misschien in de stigma-workshop te verwerken – en heb ik Harare centrum bezocht met Tinashi, Shame en Reintje (het Park, de National Art Gallery en de cinema – de film “40 year old virgin” IS even slecht als hij klinkt. Mensen gingen echt helemaal uit hun dak bij de film – handen klappen, schaterlachen, juichen, … )
Dinsdag was Newton jarig, hij werd 16. We hebben een pannenkoekenfeestje gegeven voor hem in de cottage. Uiteraard viel na 5 pannenkoeken de elektriciteit uit , maar gelukkig ging die een half uurtje later terug aan, zodat het echt een feestje werd. Op ’t einde begonnen alle mensen te zingen, te dansen, te trommelen op tafels en stoelen, …
Daarna weer eens kennis gemaakt met de manvrouw verhoudingen in Zimbabwe: de mannen (die de hele avond alleen maar gegeten hadden) bleven rustig op hun stoel zitten terwijl de vrouwen (die de hele avond hadden staan koken) de afwas deden.

Vrouwen zijn hier in Zimbabwe duidelijk het sterkste geslacht. Als het moeilijk gaat, beginnen de mannen te drinken en vreemd te gaan, terwijl vrouwen gewoon doorvechten, voor de kinderen zorgen, zorgen dat er eten op tafel staat, … Mannen “kopen” hun vrouwen hier ook (een bruidsschat is ongeveer 30 000 000, een hele grote som geld hier (meer dan drie maandlonen), en daarom ook de reden waarom er tegenwoordig veel minder getrouwd wordt) – en verwachten dan waar voor dat geld. Vrouwen moeten dus altijd voor hen klaarstaan, op elk gebied. (Of zoals Ambrose het zegt: “If you want sex, she has to do it, because you bought her. It doesn’t matter if she’s tired, or if she isn’t in the mood.”). Emily heft seks met haar man geweigerd toen die ziek werd – dat heeft haar leven gered, want ondertussen is die al een hele tijd overleden aan aids, maar dat is niet zo vanzelfsprekend.
Als de man sterft, wordt hier heel vaak nog het system van de “wife inheritance” gebruikt. Dat betekent dat de broer van de overleden man de vrouw en al haar bezittingen erft. Vaak betekent het dat de familie van de man alles komt weghalen uit het huis, en de vrouw alleen achterblijft met de kinderen.
Een Afrika met enkel de mannen – het zou er een heel stuk slechter uitzien dan het nu doet, denk ik …

Deze week hebben we met het team vooral rond een paar workshops gewerkt. Er staat een workshop op stapel voor alle aids-coördinatoren van de hogescholen, vice-directie, staf, … rond workshops begeleiden en programma’s opbouwen. Die gaan we dan met het hele team geven, begin april. Verder heb ik met Elizabeth en Ambrose de stigmaworkshop opgebouwd. Die geven we maandag aan de rest van het team, zodat zij opmerkingen en kritiek kunnen geven, en de sessie voor de hogescholen van daaruit verder vorm kan krijgen. Het was wel een hele interessante ervaring. Heel veel getuigenissen gelezen rond stigma, heel veel publicaties, …
Verder zijn er studenten van de UZRESA op bezoek gekomen. Dat zijn vluchtelingen, die aan de universiteit van Zimbabwe studeren. In hun vluchtelingenkamp zouden ze graag workshops faciliteren om mensen op de hoogte te brengen van HIV & AIDS en daarvoor vroegen ze input van ZimPATH. Dat was een hele interessante vergadering, waarbij ik voor een keer eens helemaal niets gezegd heb, en geluisterd heb, gekeken en geleerd. Over het leven en de problemen in een vluchtelingenkamp, over samen opbouwen van workshops, over vragen stellen, over luisteren, over communicatie, … Soms lijkt het in vergaderingen of de mensen hier veel te lang op zaken doorgaan, maar uiteindelijk heb je dan wel het gevoel dat ze het probleem echt van alle kanten bekeken hebben – en dat iedereen vanuit diezelfde basis vertrekt op zoek naar andere kanten en eventuele oplossingen. Tijdens het opbouwen van een workshop wordt elke mogelijke werkvorm, elke mogelijke inhoud, langs alle kanten bestudeerd … da’s wel een groot verschil met België, waar toch veel meer oplossingsgericht wordt gedacht dan hier.


Trackbacks & Pingbacks

Comments

  1. * Mattias says:

    Posted 18 years, 3 months ago


Leave a comment